Blogarchief

woensdag 16 maart 2016

Week# 6 | Eindblog?

Het is de bedoeling dat we hier een eindblog schrijven, omdat het immers het eind van de pilotperiode betreft. Wij trekken echter ons project door naar het hoofdproject, dus er komt zeker nog geen eind aan ons project. Dit is echter wel het einde van de pilotfase, en er is genoeg om op terug te kijken.

We waren het er vanaf dag één al over eens dat we het project van Noëlle zouden gaan doen. We waren allemaal nieuwsgierig naar wat we konden doen met gymnastiek en ICT, en het heeft iedereen verrast. Bijkomend voordeel (maar zeker niet de reden dat we voor dit project kozen) was dat de opdrachtgever een vrij helder en vooral ook concreet beeld had van wat ze wilden. Daarom konden we gelijk al de diepte in duiken met onze ideeën. Doordat we wisten wat we konden gaan doen, was het ook makkelijker om het project heel uitgebreid te maken. Het leent zich niet voor een kort project, dat wil zeggen een pilotopdracht, maar voor een volledige eindopdracht hebben we te weinig tijd als we het goed willen doen.

Vandaar dus dat we het doortrekken, op advies van Geert. Door die beslissing hebben we het pilotproject kunnen gebruiken voor de voorbereiding. Omdat het gelijk al een heel concreet idee was hebben we veel werk kunnen verzetten. Voordeel hierbij is dat we een vrij grote DOT hebben. Het werk hebben we dus kunnen verdelen op basis van onze vakexpertise en persoonlijke sterke punten. De oorspronkelijke taakverdeling was vooral gebaseerd op onze verschillende expertises. Die taakverdeling volgen we nog steeds, en het werkt prima. 

Toch hebben we ook gemerkt dat iedereen dingen vanaf een andere kant bekijkt, en dus ook input geeft vanuit een ander gezichtspunt. Terugkijkend valt het vooral op dat Machiel vooral met het technische aspect van het project bezig is. Dat heeft te maken met zijn opleiding (en dus voorkennis) en zo dus ook met de oorspronkelijke taakverdeling, maar dit zie je bijvoorbeeld ook terug in presentaties. Noëlle houdt zich bezig met de vakinhoudelijke onderdelen, wat inhoudt de beschrijving van de oefening en de inhoud van de filmpjes. Patrick is meer degene die het proces bewaakt, wat deels terug komt in zijn taak als planner. Leonie richt zich tijdens het werken aan dit project steeds op het didactische aspect, waarin zowel aan de docent als aan de leerling wordt gedacht. Martijn is een soort Manusje-van-alles, wat er op neerkomt dat hij overal een vinger in de pap heeft, mensen helpt en met ideeën en oplossingen komt. Doordat we gebruik maken van iedereens sterke kanten en interesses loopt de samenwerking gesmeerd. 

We hebben tot nog toe geen eindproduct, voornamelijk dus omdat we nog door gaan in de tweede periode van deze minor. Tot zo ver hebben we wel al een concept-website die steeds verder ontwikkeld wordt tot de definitieve versie. Eveneens hebben we al een voorbeeldfilmpje gemaakt, dat verschillende functies heeft. Allereerst om er zelf van te leren: wat kan beter, waar moeten we op letten bij de echte filmpjes, enzovoort? Ten tweede om ze te kunnen implementeren in de website: wat komt waar te staan, hoe komt het er uit te zien? De voorbeeldfilmpjes zullen later uiteraard worden vervangen voor de definitieve versie. Ten derde kunnen wij op deze manier laten zien wat we van plan zijn. De opdrachtgever kan ons hier ook nog in sturen, als zij iets zien dat zij anders willen bijvoorbeeld.

Hoe we dit gaan ontwikkelen in de komende periode is voor ons nog een punt dat overlegd moet worden: waar gaan we de komende tijd mee aan de slag? Wat moeten we nog doen, wat zijn de deelstappen waar we aan moeten werken? Hoe kunnen we de grote projectopdracht invullen terwijl we al zo’n eind op weg zijn? Kortom, er zijn nog wat vragen die beantwoord moeten worden en er is nog heel veel dat gedaan moet worden in de rest van de minortijd.

dinsdag 15 maart 2016

Week# 4 en 5 | Spaghetti en een mijnenveld

Een nieuwe week, fris na de vakantie. Voor de vakantie kregen we de opdracht een link te volgen en te kijken wat we er mee konden. Het bleek te gaan over het bouwen van een spaghettitoren. In de link stond ook beschreven wat we moesten doen (de spullen voor een toren meenemen). Omdat het filmpje onze mailbox in kwam op een moment dat we samen in het lokaal waren, als enige DOT, was de keuze snel gemaakt: we keken het filmpje samen. Na het kijken van het filmpje bekeken we de rest van de opdracht, en daarin stond dat we de spullen voor een spaghettitoren mee moesten nemen. Toen kwam al snel de verdeling van wie wat meeneemt tot stand.

Na de vakantie was het onze beurt om de les te openen. Ook daar hebben we over vergaderd, die middag. We waren er vrij snel over eens dat het iets met teambuilding moest worden, vooral omdat je toch met je DOT moet samenwerken. Wat we precies wilden doen was een beetje lastig bepalen, ook omdat we maar een half uur hadden en beperkte ruimte, maar uiteindelijk kwamen we eruit: het zou het mijnenveldspel worden. Voor het verloop van het spel en de verdeling 'wie neemt wat mee' hoefden we niet veel te overleggen.

Week 5 - aan het werk!

Toen kwam dus week 5 en mochten we aan het werk. De les vond plaats in Lab21 - gericht op de 21st century skills - dus daar mochten wij ook ons mijnenveld bouwen. Met behulp van tassen en stoelen hadden we een aardig lastig mijnenveld in elkaar gezet. We begonnen met één koppel leerlingen, waarvan de een geblinddoekt was en de ander alleen met stemgeluid mocht aangeven waar de ander moest lopen zonder de mijnen (stoelen en tassen) aan te raken. Vervolgens voerden we de moeilijkheidsgraad op door twee koppels te vragen, en daarna drie. Toen was het half uur ook al om, dus er was geen tijd voor om iedereen in het veld te laten.



Na onze opening was het tijd voor het bouwen van de spaghettitoren. De samenwerking verliep zo goed als maar kon, en we bouwden een behoorlijk stevige toren ook nog. In het begin ging het heel snel, maar later toen we de componenten op elkaar gingen zetten ontdekten we dat daar meer tijd in zat dan verwacht. Uiteindelijk was onze toren 85 centimeter hoog, een prestatie waar we heel blij mee zijn!
Toen de bouwtijd voorbij was, hoorden we over de referentie naar ICT in het onderwijs. Volgens het filmpje ging het er vooral om verschillende tactieken uit te proberen en te laten zien dat creativiteit overal belangrijk is, maar voor de minor zat er nog een derde leerpunt aan vast. Het idee van Flipping the Classroom is leuk, maar werkt alleen als leerlingen zich ook echt voorbereiden op de les. Daarbij moet je leerlingen niet belonen door ze toch mee te laten doen of materialen te geven als ze zich niet hebben voorbereid, want dan krijg je juist minder betrokkenheid bij de stof en (vooral) het huiswerk in plaats van meer.

Na deze marshmallow challenge was er een carrousel met allerlei ICT-toepassingen die op verschillende opleidingen worden ontwikkeld en/of gebruikt, of dingen uit Lab21 die potentieel op scholen worden gebruikt of kunnen worden geïntroduceerd.

Het project

Na de afsluiting van het plenaire gedeelte zijn we naar gebouw S gegaan om een voorbeeldfilmpje voor de hurkwendsprong op te nemen. Tijdens het opnemen kwamen we tot de conclusie dat sommige dingen wel goed werkten, zoals de verschillende kleuren shirtjes, maar andere dingen zijn juist minder duidelijk. Zo werkten we met een opvanghulp, wat in de lagere niveaus wel prima werkte maar bij niveau 3 en 3+ juist niet. Het werken met een script werkt wel prima. We denken dat we op die manier de consistentie in de filmpjes kunnen bewaken en dat het dus ook een goed uitgangspunt zal zijn voor wie het project na ons wil en kan voortzetten.



Na het opnemen van de filmpjes zochten we een lokaal om de filmpjes te bewerken en te uploaden op youtube en om de Pecha Kucha voor week 6 te maken en door te spreken. We hebben het zelfs nog kunnen oefenen samen, en het verliep heel vlot. Voor woensdag stond alleen een inloop op het programma om met de groep aan de slag te gaan en voor contact met de begeleidend docent, maar aangezien Geert toch in het buitenland zat en wij op dit na verder weinig meer te doen hadden voor de rest van de week leek het ons praktischer om alles op dinsdag af te maken en op woensdag een dag vrij te nemen. Zo geschiedde dus. We hebben alles afgemaakt wat af moest, afspraken gemaakt voor individueel werk later in de week en zijn toen naar huis gegaan.

donderdag 25 februari 2016

Week# 3 | De Quickscan

In week drie hebben we de quickscan voor docenten gedaan. Elk groepslid heeft over zijn eigen test een kleine bijdrage geschreven. Aan het eind staat een korte samenvatting.

Noëlle

Op basis van de Quickscan maak ik het meest gebruik van samenwerking, sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering in mijn lessen. Ik maak het minst gebruik van ICT, mediawijsheid en informatievaardigheden. In ongeveer de helft van mijn lessen zijn de 21e eeuwse vaardigheden een doel in mijn les. Daarbij moet ik wel zeggen dat dit bijna nooit het hoofddoel is in mijn lessen. De punten waar ik mij nog in kan ontwikkelen in mijn lessen is het gebruik van ICT en mediawijsheid. Ik denk dat ik daarbij het meeste baat heb aan lesmateriaal om dit aspect toe te kunnen voegen in mijn lessen, Het Probleemoplossend denken en handelen en het  samenwerken daarentegen, besteed ik al veel aandacht aan in mijn lessen.

Patrick: 

Naar aanleiding van een opdracht van Rina, heb ik online de quickscan ingevuld. Met behulp van deze scan wordt duidelijk op welke manier ik de 21st century skills implementeer in mijn les. Aan het eind van deze scan, werd een automatisch rapport samengesteld. Dit rapport bestond uit veel grafieken en veel tekst.

Bovenstaande grafiek heb ik er uitgepikt, deze geeft een overzicht van alle 21st century skills in mijn lessen. Volgens de grafiek is er binnen mijn lessen vooral aandacht voor zelfregulering en kritisch denken. Persoonlijk vind ik dit erg herkenbaar, ik ben zelf een persoon die vaak kritisch denkt, dit probeer ik over te brengen op mijn leerlingen. Verder vind ik het belangrijk dat leerlingen hun eigen verantwoordelijk leren nemen.
Verder blijkt uit de grafiek dat er binnen mijn les nauwelijks aandacht is voor informatievaardigheden. Wanneer ik hier over nadenk, kan ik mij hier in herkennen. Zelf denk ik tijdens mijn lessen te weinig na over informatievaardigheden, hierdoor is hier in mijn lessen onbewust weinig aandacht voor.

Martijn:

De 21e -eeuwse vaardigheden vind ik een skillset waar elke leerkracht over moet bezitten en de leerkracht moet ook instaat zijn om deze skills over te brengen naar de leerlingen. Uit mijn QuickScan bleek dat ik de ‘oudere’ skills zoals samenwerken en sociale en culturele vaardigheden regelmatig terug laat komen in mijn lessen. Ook de skill kritisch denken laat ik volgens de scan vaak terugkomen in mijn les en dat klopt ook. Ik laat kinderen vaak nadenken over vragen en antwoorden in plaats van dat ze alles klakkeloos aannemen van mij of het leerboek. Waar ik nog niet genoeg gebruik van maak zijn de ICT skills van de 21e -eeuwse vaardigheden. Ik denk dat ik deze wel bezit maar dat ik ze vaker moet toepassen in mijn lessen. Ik maak regelmatig gebruik van toepassingen op het digibord of op de IPad in mijn lessen, maar nog iets te oppervlakkig. In plaats van kinderen een IPad geven en ze hierop een leerzame app te laten spelen wil ik in de toekomst meer lessen geven aan de hand van de 21e -eeuwse vaardigheden zoals media wijsheid en informatica vaardigheden.

Machiel:

Uit de quickscan is het volgende gekomen. Ten eerste scoor ik laag op communiceren en zelfregulering. Ik laat mijn leerlingen vaak samenwerken maar hoofdstuk communiceren komt dan niet zo zeer aan bod. Als het gaat om zelfregulering scoor ik laag doordat ik mijn leerlingen niet genoeg laat reflecteren. Dit komt doordat dit onderdeel in mijn lessen vaak er nog even tussendoor schiet. Vaak op het laatste moment van de les moet dit nog gebeuren en dan schiet het er toch nog even tussenuit. Ik scoor enorm hoog op ICT-vaardigheden wat mij dan ook echt niet verbaasd gezien dit 1 van mijn doelen is in de les. Naast ICT-vaardigheden scoor ik ook hoog op informatievaardigheden. Dit verbaast mij ook niks gezien ook dit iets is dat ik vaak aan werk in mijn lessen. Ik scoor gemiddeld 3,5 punten wat hoog is ten aanzien van het landelijk gemiddelde. We zullen zien of ik dit in de toekomst vol blijf houden. 

Leonie:

Bij het invullen van deze quickscan dacht ik twee dingen: ik ben nog maar stagiaire, ik heb geen kans gehad om dingen op mijn eigen manier te doen. Het andere: heel veel van deze dingen horen al bij het vak Nederlands. Discussiëren, debatteren, argumenten geven en uitleggen, maar ook informatie zoeken en beoordelen. Het vak is erg geschikt om te leren communiceren, maar ik doe daar te weinig mee. Natuurlijk, tijdens lessen die over (een onderdeel van) communicatie gaan ben ik er wel mee bezig, maar ook tijdens het samenwerken kan ik veel meer doen. Daarbij vind ik samenwerken ook lastig goed te organiseren, zodat leerlingen ook echt aan het werk gaan. Kritisch denken, creativiteit en zelfreguleringsvaardigheden vind ik de belangrijkste van de 21st century skills. Ook dat blijkt uit het rapport: daar besteed ik veel aandacht aan. 

Samenvatting:

Uit deze scan blijkt dat we nogal verschillend zijn, en op verschillende punten de nadruk leggen. het is goed mogelijk dat de verschillende vakgebiedne daaraan ten grondslag liggen, maar het is eveneens zo dat iedereen zijn eigen interesses en kennis heeft. In feite worden de punten waar de één zwak in is, door een ander weer aangevuld. Op deze manier komen alle onderdelen van de 21st century skills aan bod in onze groep. Toch zijn er ook veel overeenkomsten. Kritisch denken komt veel terug in onze analyses als iets dat we belangrijk vinden, waar we aandacht aan besteden. Ook vinden de meesten dat het (effectief) invoeren van ICT-vaardigheden nog wel een verbeterpunt is. 

woensdag 10 februari 2016

Week #2 | Het plan en onze doelen

Week twee, en we zijn nu echt begonnen. We zijn nu officieel DOT 2. Deze week stond in het teken van de eerste stappen naar het ontwikkelen van ons plan. Dat hebben we vorige week al zo'n beetje bedacht, maar deze week hebben we het gedefinieerd en besproken met onze begeleidend docent.  

Het plan

We richten ons, zoals eerder gezegd, op het bewegingsonderwijs. We gaan uit van Basisdocument bewegingsonderwijs voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, kortweg het Basisdocument. Dit is een boek waarin allerlei oefeningen staan voor bewegingsonderwijs op het VO. Dit boek is nogal theoretisch, met weinig (duidelijke) visuele ondersteuning.

Wij zijn van mening dat dit anders kan. In ons project willen we een website maken met daarop filmpjes waarin de drie niveaus van elke oefening te zien zijn. Bij elk filmpje staan ook tips over hoe je naar het volgende niveau kunt komen.

Omdat het boek vijf activiteitsgebieden bevat en wij maar een half jaar hebben om dit project tot een einde te brengen, kunnen we er realistisch gezien van uitgaan dat we het hele boek niet kunnen filmen en uploaden. Daarom kiezen we twee gebieden uit, en binnen die gebieden een aantal veelvoorkomende hoofdlijnen of onderdelen.


Tussengesprek

Vandaag hebben we een gesprek gehad met Geert. Hij raadt ons aan de tijd voor de pilot te gebruiken om het plan goed op te bouwen en het uit te bouwen naar het eindproject. Omdat het nogal een groot project is en we niet alles kunnen filmen binnen een half jaar, raadt hij ons aan een deel op poten te zetten en voor de andere onderdelen een raamwerk te bouwen voor degene die het daarna wil(len) oppakken. Dit kan een docent zijn, maar het zou ook heel interessant kunnen zijn voor de uitgever van het Basisdocument.

Omdat wij niet alles kunnen doen, hebben we uit praktische overwegingen gekozen voor de beginselen van atletiek en turnen. Dit is makkelijker te filmen voor ons omdat het individuele oefeningen zijn. Aan andere onderdelen (zoals teamsporten) zullen we meer tijd kwijt zijn, waardoor we minder kunnen filmen en de opzet van het project kleinschaliger zal blijven dan wij zouden willen. Bovendien zijn deze onderdelen makkelijker te beoordelen voor leerlingen en docenten, waardoor zij al een goede basis mee kunnen krijgen in hoe ze het systeem moeten gebruiken.


Een advies van Geert voor degenen die geen bewegingsonderwijs volgen, was om wel in de gaten te houden waar zij hun voordeel uit dit project kunnen halen. Wat levert dit, voor elk afzonderlijk groepslid, op? Hiervoor gebruiken we de persoonlijke onderdelen, zoals reflectie en onderzoek. Daarbij moeten we hierover in gesprek blijven met elkaar als groep, teneinde onze leerdoelen niet uit het oog te verliezen.

maandag 8 februari 2016

Week #1 | Minorintroductie & IPON 2016

Dag 1

Schooljaar 2015-2016. Dinsdag 2 februari, het begin van de minor Leren & ICT op Windesheim. Een introductiedag, waar bijna de hele klas bij aanwezig is. Wat gaan we doen het komende halfjaar? De minor bestaat uit vier pijlers:
  1. Het pilotproject
  2. Project
  3. Een persoonlijk onderzoek
  4. De persoonlijke ontwikkeling
Toen kwam de pauze, en we werden de gang op gestuurd met de opdracht na de pauze terug te komen in DOT's: docentontwerpteams. Dat was lastig, aangezien de meesten van ons niemand kenden. Uiteindelijk kwamen wij terug het lokaal in als team LeNoMaPaMa: Leonie (Nederlands), Noëlle (lichamelijke opvoeding), Martijn (PABO), Patrick (economie) en Machiel (ICT). We kregen tijd om ons te organiseren, en te bedenken waar ons pilotproject over zou gaan. Allemaal waren we nieuwsgierig naar wat we kunnen bedenken en ontwikkelen voor lichamelijke opvoeding, een vak waar ICT-gebruik toch wat minder voor de hand ligt dan bij andere vakken. De keuze voor deze richting was dan ook unaniem.

Inmiddels hebben we bedacht welke richting we uit willen met het pilotproject. Ons rest niets anders dan een visie te schrijven op ICT-gebruik op scholen en ons te verdiepen in de verschillende aspecten van (het ontwikkelen van) leren met behulp van ICT. 

Dag 2

Op woensdag 3 februari was de dag van de IPON, een tweejaarlijkse beurs die juist gericht is op ict-gebruik in de klas. Onze groep had afgesproken om 10 uur bij de Jaarbeurs in Utrecht, maar door gedoe met treinen werd het wat later. 



We hebben de hele ochtend rondgekeken wat er allemaal te vinden was, en dat was best veel. Bekende ELO-systemen als It's Learning waren aanwezig, en ook Magister en SOMtoday was vertegenwoordigd. Dat was echter veel te groot voor ons, wij richtten ons meer op de direct toepasbare dingen die niet gericht waren op een methode. Unaniem waren we het er over eens dat we er daar te weinig van zagen. Daarbij moeten we de aantekening maken dat er voor het primair onderwijs meer van dit soort dingen te zien was, en voor het MBO juist minder, dan voor het VO. 

Toch waren er ook wel leuke dingen. Allemaal waren we geïnteresseerd in verschillende dingen. Wat de aandacht van iedereen trok was LessonUp, een online programma om je lessen mee te maken en te delen met leerlingen en andere docenten. Het is een samenvoeging van allerlei tools en programma's, zoals PowerPoint, Kahoot en YouTube, maar dan in één scherm. 


(allemaal geïnteresseerd in LessonUp)


Daarnaast was de opdracht aan docenten te vragen wat hun reden was om naar IPON te komen. Tijdens het rondkijken zagen we verrassend veel oudere docenten, terwijl we juist verwachtten dat er meer jongere mensen zouden zijn. Duidelijk verkeerd gedacht dus! De redenen van docenten bleken ook meer uiteenlopend te zijn dan we aanvankelijk dachten. Daarover meer tijdens de les van dinsdag 9 februari.



Intussen hadden we de hele beursvloer wel zo'n beetje bekeken. Sommigen gingen nog apart een eindje rondstruinen om te blijven kijken bij dingen waar de anderen niet of minder in geïnteresseerd waren. Zo waren er stands van bedrijven die zich richtten op één of twee taken of vakken van het onderwijs in plaats van algemeen onderwijs. 

Al met al vonden we de beurs wat klein, maar er waren zeker wel leuke, nuttige dingen te vinden waar we (al dan niet voor ons project) wat mee zouden kunnen.